Sunday 23 April 2017

23 april 2017: South island, part 3

Alweer een blog. Tja, het weekend was zo gaaf, ik moest wel. Het plan was dit weekend om direct na het werk in de auto te springen en naar Arthurs pass te rijden om daar wat wandelingen te doen.
Het liep anders. Ik was 'the dokter on call' en rond half vijf kregen we een 'code purple', wat staat voor 'cardiac arrest'. Snel in de auto naar de ambulance. In de gele truck en op pad. Nog geen exact adres, maar wel de richting. Ongeveer 35 km verder. Dan weet je dat tenzij er iemand is die heel erg goed in reanimeren is, je waarschijnlijk te laat komt.
Halverwege de rit komt de info door; gedowngrade naar code orange (zwaailicht en sirene mogen uit). We komen aan op een farmtrack midden tussen de weilanden. Een wat oudere vrouw is met haar ride-on van de track geraakt en in de sloot terecht gekomen, onder de ride on. Verdronken.
Erg triest. Haar familie had haar de kant opgetrokken en zat daar te treuren. Drukke bedoening daar, brandweer wagen, 4 politie wagens, wat buren en wij. Ik wilde de vrouw naar haar huis transporteren zodat de kletsnatte familie de warmte kon opezoeken vlak voor de zon zou ondergaan. Mocht niet van de politie, want we moesten wachten op 'work-save New Zealand', die moesten foto's maken. Alsof niemand anders dat kon doen.
We hebben de familie zo goed als dat kon ingepakt in dekens en folie, en ik had de buren geinstrueerd warme truien en drank te gaan halen. Meer konden we niet doen en bovendien moesten we terug, want de ambulance was uit de regio.
Kwam te laat terug om nog naar Arthurs pas te rijden en dus besloot ik maar een afscheidsborrel van de locale ambu commandant te bezoeken en de dag erop vroeg Lewis pass in te rijden.
Gezellige, maar toch enigzins bedrukte, sfeer. 's-Ochtends toch wat moeite met opstaan en dus reed ik wat later weg.
Tegen 12 uur begon ik aan de Cannibal Gorge track, 8.5 km naar de Cannibal Gorge hut. Wat een mooie wandeling. Rivieren, watervallen, bossen, bergen, klauteren, alles wat ik nodig had. Hier Cannibal Gorge hut. Ik liep er omheen en toen weer terug naar de auto.
Uiteindelijk liep ik ruim 4 uur over de 17 km.
Terug bij de swingbridge kwam deze Tomtit me feliciteren met de prestatie.
Waarom het Cannibal Gorge heet? Maori uit het oosten aten hier hun slachtoffers uit het westen op. 'Us and them', again.
Net na vieren dus bij de auto terug en het was nog steeds prachtig weer.
Ik besloot niet naar de Deer valley campsite te rijden, maar door te rijden in de richting van Christchurch om zodoende de dag erop alsnog de Arthurs pass te kunnen doen. Bij dit fraaie plekje zag ik zo'n 15 meter lager een auto in de rivier liggen. Niet verroest, dus redelijk vers. Heb nog geroepen maar geen antwoord. Niet echt ruimte om naar beneden te klauteren en geen cell phone receptie. Dus onthield ik waar het ongeveer was en ging op pad met het plan de eerst volgende politie auto tegen te houden. Die kwam niet en dus heb ik 's avonds in de kroeg (nog steeds geen cell phone connectie) via internet het voorval bij de politie gemeld.
Ik sliep in een motel van een Hollander in Springfield. In de lokale kroeg naar het rugby gekeken met de lokale psychiatrische afdeling? Anyway, 's ochtends vroeg op pad.
Eerst naar Castle hill. Prachtige limestone creaties van de natuur.
En heerlijk rustig in de opkomende zon.
Het schijnt dat de Maori hier vroeger al overnachten en muurschilderingen aanbrachten.
Behalve 'Emma was here' en herinneringen van andere idioten heb ik geen kunst gezien.
Vervolgens naar 'Cave stream Scenic reserve' gereden. Daar kon je door een ondergrondse rivier naar de andere kant van de heuvel waden.
In het midden van de foto zie je de ingang van de ondergrondse rivier.
 Leek me heel gaaf.
Maar niet in mijn eentje en zeker niet omdat ik geen extra droge schoenen en broek bij me had.
De uitzichten zijn zo overweldigend. Ik heb hier eenmaal eerder gereden met mijn schoonouders, maar helaas toen in de regen. Wat hebben we destijds veel gemist.
Hier is de uitgang. Het water stroomt hier de berg in, maar het advies is om tegen de stroom in te lopen. Ga hier zeker met Nienke weer naar toe, en dan voorbereid (voorhoofdlampjes, handdoeken, droge kleren, droge schoenen, warme drank)!
Zoveel gave plekjes
 Meertjes, riviertjes,
watervallen,
 en nog meer watervallen.
Hier 'Dead man's curve' om aan te geven wat een operatie het was om hier een doorgang te creeren. Er loopt hier ergens een 8.5 km treintunnel onderdoor, gemaakt in het begin van de 20e eeuw.
Even later op de parkeerplaats zag ik deze kea, de Nieuw Zeelandse papagaai. Deze was gezien zijn ringen al eens gevangen en voelde zich erg thuis op de toeristen parkeerplaats. Helaas geen vliegende kea's gezien, want hun vleugels zijn van onder prachtig rood/oranje. Morgen werken, maar dinsdag is het weer Anzac day. Mountain biken?

Friday 21 April 2017

20 april 2017: South island, part 2

Nienke zou voor het paasweekend invliegen naar Hokitika. Cycloon Cook dreigde roet in het eten te gooien en haar vroege vlucht met een propeller vliegtuig werd inderdaad gecanceld. Gelukkig kreeg ze even later de laatste stoel in een jet, maar ze miste wel de aansluiting in Christchurch. En dus moest ze wachten op de avondvlucht naar de West Coast. Dagje musea in Christchurch dan maar. Schokkend om te zien dat de oude half ingestorte kathedraal (na de 2011 earthquake daar) nog steeds niets is aangepakt. Ik probeerde in Hokitika intussen dan maar alleen een wandeling uit. Ik liep aan de droge kant van een berg een oude mijn gang in, maar kreeg ligbaden vol regen over me heen aan de andere zijde. Heb de rest van de dag films kijkend in een hot tub doorgebracht. Nienke landde nog net op tijd voor het concert van Moana. Samen met haar zus, de geweldige gitarist Carlos en de elektronica specialist Paddy Free van het Nieuw Zeelandse Pitch Black, die net in Nederland had rondgetoerd, gaven ze een heerlijk avondje muziek weg.
Een dag later trok de regen naar de bergen. Konden nog net een bui met regenboog vangen op weg naar de Hokitika gorge. Onze bestemming is rechts op de foto.
Deze Hokitika river is normaliter turquoise, maar door de cycloon nu grijs. Desalniettemin een prachtige plek.
Daarna een fraaie doorsteek op weg naar Lake Kaniere.
Prachtige details in de nog vrijwel onbedorven natuur.
Hier wonen zo weinig mensen dat je al snel een straatnaam of bezienswaardigheid op je naam krijgt. Hier staan we bij Dorothy falls. Vanwege de waterval, niet vanwege haar krakkemikkige voortgang.
Zelfs aan mij is gedacht!
We besloten enigszins aarzelend om de Mount Tuhua track te gaan lopen. Aarzelend omdat die dag het zo idyllische rustige meer het speel terrein van powerboat races was. Niet echt echt rustig dus. Daarnaast had men het in de beschrijving over een 'quite steep' track en het had ook nogal geregend. Vol goede moed gingen we toch op pad.
Nou hebben we al heel wat af geklauterd in ons leven, maar deze was wel het summum. 'Steep' betekende hier recht omhoog, geen zigzag pad te vinden. Klauteren, je omhoog trekken aan boomstronken, een weg banend door dik struikgewas, etc. Echt heel hard werk en ondertussen steeds denken 'wauw, we moeten ook nog terug'. Vlakbij dit fraaie uitkijk punt (onze auto staat daar beneden ergens aan het meer) verdraaide Nienke haar enkel een beetje en besloten we het voor gezien te houden, omdat het afdalen waarschijnlijk nog meer tijd zou kosten dan het stijgen. Verstand op één dus.
Het was nog een heftige afdaling, maar uiteraard vakkundig uitgevoerd. Uiteindelijk bleek dat we niet eens heel erg ver van de top af waren toen we omkeerden, maar zoals gezegd, veiligheid is het belangrijkste.
We besloten naar Lake Mahinapuna te rijden waar we de stoelen uit de 'van' haalden en de borrelhappen met een lekker welverdiend biertje erbij.
Prachtig meer, rust, schitterend uitzicht, good company, wat wil een mens nog meer.
Plaatje toch?
Dit meer staat bekend om de grote hoeveelheid 'white herons' die hier verblijven. 'Gewaun witte règâhs' in het Haags dus.
De laatste dag hebben we nog wat tracks in de Goldmine region gelopen. Rustig aan, want we hadden beiden wat last van spierpijn in de bovenbenen. Men mag hier nog goud zoeken, mits je je aan de regels houdt. We zagen inderdaad mensen 'panning', water zeven met hun bordje. De goudkoorts in nog levend. Ik geef toe dat ik toch tijdens het lopen wat extra om me heen keek, maar de 3.1 kg gold nugget die een man de vorige eeuw vond heb ik niet gezien. Dat ding werd overigens door de NZ regering aangekocht en aan de Engelse Royal family geschonken. Die hebben het later laten omsmelten voor een gouden servies. The essentials of life.
Mijn tijd in Reefton zit er bijna op. Tijdens mijn verblijf hier had ik nog een review, wat inhoudt dat er iemand van de council tijdens de consultaties meekijkt. Dat is nodig voor re-registratie, maar waarom voor mij de 2e keer in 3 jaar? Anyway, de verschillende rapporten waren uitstekend. De reviews van collega's en patiënten waren lovend en mijn voorschrijfgedrag was uitmuntend. Ook op mijn verslaglegging was niets aan te merken. En toen kwam de middag. De praktijk had nog gevraagd of ze patiënten moesten selecteren. 'Nee, laat maar komen', was mijn antwoord. Nou dat heb ik geweten. 8 patiënten met de meest ingewikkelde problematiek en ongeveer 3 problemen per patiënt. Ik loop nooit uit, maar nu bijna een uur. Kreeg ook nog een patiënt voor een schouder injectie tussendoor die zich een dag had vergist. Ik dacht dat de reviewer wel wat commentaar zou hebben, maar ze zei alleen maar; pfft, ben blij dat ik niet in jouw stoel zat! Neem ik maar als compliment. Nog een weekje, dan zit het erop en heb ik weer even rust. 't Is wel weer even genoeg voor me.
Net het resultaat van Schalke '04 - Ajax gelezen. Naar de halve finale, maar dan ook maar net. Heb in de lunch zelfs de goals gezien, wat een verdedigend gestuntel. Anyway, blij voor ze. Hopen op een wondertje?
Bijna weekend en de spierpijn is weg. Heb nog wat tracks op het oog (o.a. de Cannibal Gorge walkway) en de mountainbike staat ook weer te trappelen. Cheers.

Monday 10 April 2017

9 april 2017: South island

Ben weer op het zuidereiland. In Reefton om precies te zijn. Een heel erg klein stadje. Stad van het licht genoemd omdat het de eerste stad in NZ was met elektrisch licht. Vroeger toen de goudkoorts nog de enige ziekte was hier een drukke stad, inmiddels is het inwonertal gedaald tot onder de 1000.
Een kwart van de stad staat te koop en bijna alle mijnen zijn gesloten. Het gebied er omheen is echter groot. De medische zorg is tijdelijk aan mij toevertrouwd. zo 'desperate' zijn ze. Ik doe hier wat spreekuur en mag na het werk deze auto vol dokters speelgoed meenemen. De achterbank is gevuld met nog meer speelgoed. Zwaailichtje op het dak. Van de week ging de sirene. 'Onze brandweer' moest naar een ongeluk. De 'centrale' belde echter een ambulance uit Murchison (die weigerde te gaan vanwege de afstand), daarna die uit Westport die wel op weg ging. Die lieten de centrale echter weten dat ze geen dokter hadden en dus werd ik gebeld. Onze ambulance was al die tijd het dichtstbij, maar dan wist de dure nieuwe software niet. Had ik in 5 seconden met dr, Google wel gevonden. Na een ritje van 15 minuten kregen we het sein dat we weer huiswaarts konden. De auto lag onderin een ravijn, maar de 20 jarige jongeman was gewoon uitgestapt.
Vanuit 'mijn warme houten Lockwood huisje' heb ik fraai uitzicht over de zonsondergang. Op loopafstand van de 'CBD' vol leuke cafe's, restaurantjes en pubs.
Behalve in Reefton doe ik ook nog spreekuur in Maruia Springs Junction, in een doos met een dak erop.
Maar wel met fraai uitzicht, en bovendien niet erg druk.
In mijn vrije tijd (niet erg veel de eerste week) is er ruimte voor de natuur. Met de meiden kampeerden we hier in het wild. We zagen het begin van een veelbelovende track. Die liep ik dus op zaterdag. Ik had mijn oude soldatenkloffies bij me want mijn andere stappers had ik tijdens de Heaphy track versleten. Oops, sport tape vergeten. Ach, 'she'll be alright'.
17 km gelopen in 3 uur. Paar maal gestopt om de sokken recht te leggen en de veterspanning beter te verdelen. Tijdens een van deze pauzes kwam deze South Island robin poolshoogte nemen.
Het eindpunt van de tocht, Lake Daniels. Tijd voor een bammetje en boosheid. Sukkel die ik ben, een gulden grote blaar op mijn linker hiel.
Op de terugweg begon de rechterkant ook wat te klagen.
Gelukkig kon ik de voeten even koelen in dit fraaie stroompje bij de parkeerplaats.
Dan maar mountain biken de dag erop, met instappers, want de hielen verdroegen geen schoenen. Eerst een verschrikkelijke klim naar boven, met fraai uitzicht over de stad (bij ons noemen we dat een dorpje). Boven bleek de signposting niet te passen bij de plattegrond van de regio. Via wat omwegen uiteindelijk bij de route gekomen die ik gepland had. Stuit ik halverwege op een ingestorte brug. Dank voor de waarschuwing. Kon de Ajax mijn dus niet bereiken. Intussen liet de fiets me ook wat in de steek. Het zadel schoot telkens in de 'je hebt helemaal geen vasectomy nodig' stand en de versnellingen deden ook niet wat ik wilde zodat ik geregeld een klap op de Achillespezen kreeg van mijn trappers. Tot bloedens toe. Gelukkig was het bos leeg, want ik heb een paar woorden aan het Bargoens woordenboek toegevoegd.
Nog maar even aan de andere kant van de rivier gefiets dan. Je kan zien dat ik nog niet echt thuis ben in het maken van selfies. Deze track hield op bij een tunnel. Nou ja, in mijn boek is een tunnel een ondergrondse verbinding tussen twee punten. Een blinde muur is er daar m.i. geen van. En dus kon ik terug over hetzelfde smalle pad, nogmaals tussen de bramen struiken door. In korte broek. Inmiddels begonnen de witte sokken (diegene die Nienke zo modieus vindt ja) behoorlijk roze te worden. Ik hield het derhalve maar voor gezien en heb de rest van de dag lekker in het zonnetje in de tuin doorgebracht met een Monteith's Black en een boek.