Monday 10 April 2017

9 april 2017: South island

Ben weer op het zuidereiland. In Reefton om precies te zijn. Een heel erg klein stadje. Stad van het licht genoemd omdat het de eerste stad in NZ was met elektrisch licht. Vroeger toen de goudkoorts nog de enige ziekte was hier een drukke stad, inmiddels is het inwonertal gedaald tot onder de 1000.
Een kwart van de stad staat te koop en bijna alle mijnen zijn gesloten. Het gebied er omheen is echter groot. De medische zorg is tijdelijk aan mij toevertrouwd. zo 'desperate' zijn ze. Ik doe hier wat spreekuur en mag na het werk deze auto vol dokters speelgoed meenemen. De achterbank is gevuld met nog meer speelgoed. Zwaailichtje op het dak. Van de week ging de sirene. 'Onze brandweer' moest naar een ongeluk. De 'centrale' belde echter een ambulance uit Murchison (die weigerde te gaan vanwege de afstand), daarna die uit Westport die wel op weg ging. Die lieten de centrale echter weten dat ze geen dokter hadden en dus werd ik gebeld. Onze ambulance was al die tijd het dichtstbij, maar dan wist de dure nieuwe software niet. Had ik in 5 seconden met dr, Google wel gevonden. Na een ritje van 15 minuten kregen we het sein dat we weer huiswaarts konden. De auto lag onderin een ravijn, maar de 20 jarige jongeman was gewoon uitgestapt.
Vanuit 'mijn warme houten Lockwood huisje' heb ik fraai uitzicht over de zonsondergang. Op loopafstand van de 'CBD' vol leuke cafe's, restaurantjes en pubs.
Behalve in Reefton doe ik ook nog spreekuur in Maruia Springs Junction, in een doos met een dak erop.
Maar wel met fraai uitzicht, en bovendien niet erg druk.
In mijn vrije tijd (niet erg veel de eerste week) is er ruimte voor de natuur. Met de meiden kampeerden we hier in het wild. We zagen het begin van een veelbelovende track. Die liep ik dus op zaterdag. Ik had mijn oude soldatenkloffies bij me want mijn andere stappers had ik tijdens de Heaphy track versleten. Oops, sport tape vergeten. Ach, 'she'll be alright'.
17 km gelopen in 3 uur. Paar maal gestopt om de sokken recht te leggen en de veterspanning beter te verdelen. Tijdens een van deze pauzes kwam deze South Island robin poolshoogte nemen.
Het eindpunt van de tocht, Lake Daniels. Tijd voor een bammetje en boosheid. Sukkel die ik ben, een gulden grote blaar op mijn linker hiel.
Op de terugweg begon de rechterkant ook wat te klagen.
Gelukkig kon ik de voeten even koelen in dit fraaie stroompje bij de parkeerplaats.
Dan maar mountain biken de dag erop, met instappers, want de hielen verdroegen geen schoenen. Eerst een verschrikkelijke klim naar boven, met fraai uitzicht over de stad (bij ons noemen we dat een dorpje). Boven bleek de signposting niet te passen bij de plattegrond van de regio. Via wat omwegen uiteindelijk bij de route gekomen die ik gepland had. Stuit ik halverwege op een ingestorte brug. Dank voor de waarschuwing. Kon de Ajax mijn dus niet bereiken. Intussen liet de fiets me ook wat in de steek. Het zadel schoot telkens in de 'je hebt helemaal geen vasectomy nodig' stand en de versnellingen deden ook niet wat ik wilde zodat ik geregeld een klap op de Achillespezen kreeg van mijn trappers. Tot bloedens toe. Gelukkig was het bos leeg, want ik heb een paar woorden aan het Bargoens woordenboek toegevoegd.
Nog maar even aan de andere kant van de rivier gefiets dan. Je kan zien dat ik nog niet echt thuis ben in het maken van selfies. Deze track hield op bij een tunnel. Nou ja, in mijn boek is een tunnel een ondergrondse verbinding tussen twee punten. Een blinde muur is er daar m.i. geen van. En dus kon ik terug over hetzelfde smalle pad, nogmaals tussen de bramen struiken door. In korte broek. Inmiddels begonnen de witte sokken (diegene die Nienke zo modieus vindt ja) behoorlijk roze te worden. Ik hield het derhalve maar voor gezien en heb de rest van de dag lekker in het zonnetje in de tuin doorgebracht met een Monteith's Black en een boek.

No comments:

Post a Comment

Reacties welkom